12/16/2019

Heerlijk hoor die najaarszon.


Het is 5 december, heerlijk weer en ik ben aan het werk.
Het is een normale dag, niet echt veel tijd voor een boterham maar ook weer niet zo druk dat het zweet langs onze rug loopt.

Wij zijn om 7:30 begonnen en moeten tot 15:30.

Het is 15:15, en wij zijn net klaar bij het ziekenhuis. bijna klaar dus. Mijn collega grapt dat hij echt geen tijd heeft voor overwerk vandaag, hij moet straks les gaan geven in België.
Wij melden ons vrij bij de meldkamer. Normaal hoor je dan wagen 125, jullie zijn vrij bij het ziekenhuis, ga maar naar de post horen wij nu: Wagen 125, jullie zijn gekoppeld, MMT vliegt.

Mijn collega en ik kijken elkaar een beetje verward aan. Normaal gaat eerst de pieper, of portofoon en krijg je in het scherm te zien wat er aan de hand is. Maar nu is er blijkbaar iets zo heftigs aan de hand dat wij die stappen overslaan.

Wanneer de meldkamer klaar is met praten vragen wij waar we heen moeten, want dat wij nodig zijn is wel duidelijk, maar waar, wat, wie of wanneer dat weten wij nog niet.

Prompt krijgen wij de rit in ons scherm. Het zou gaan om een aanrijding.

-Man op scooter
-Aanrijding met tractor op boeren weg
-Ligt in de sloot
-Boer haalt hem nu uit de sloot.
-Geen ademhaling, reanimatie wordt gestart

Oké dikke ellende dus. OGS aan, en gas er op.
Het is nog dik 10 minuten rijden, maar gelukkig werkt het verkeer goed mee en gaan de meeste mensen aan de kant.

Hier en daar bij een rotonde is het wel jammer dat mensen niet weten dat een rotonde rond is, en ze dus gewoon een rondje kunnen rijden in plaats van voor ons te blijven wanneer wij er af moeten. Maar goed, misschien dat dit eens beter moet worden uitgelegd tijdens de theorie en rijlessen.

Aangekomen bij de plaats des onheil zien wij een scooter volledig in puin op het asvalt.
Aan de overkant van de boeren sloot zien wij dat de bemanning van de eerste wagen al druk bezig is met de reanimatie en het plaatsen van 2 thoraxnaalden.

Wij spoeden ons naar dit slachtveld.

Meneer zijn hele aangezicht is kapot, en zijn borstkast is gebroken.
Armen en benen liggen in een vreemde stand dus vermoedelijk zijn deze ook gebroken.

Ik neem de reanimatie van mijn collega over, en het bloed spuit uit de thoraxnaalden. Dit is een slecht teken. Meneer heeft dus veel bloed op de plaats waar eerst zijn longen zaten.

Gelukkig is ook de politie snel ter plaatsen, en nemen de verdere thoraxcompressie over.
Dit gebeurt vaak zodat het ambulancepersoneel zich bezig kan houden met andere medische zaken.

Het MMT zet de landing ondertussen ook in, hij land vrij dicht bij ons in het akker van de boer.

Echt alles wordt uit de kast getrokken, en met zeker 12 man vechten wij voor het leven van deze man, maar helaas het mag niet baten.
Na dik 40 minuten alles te hebben geprobeerd moeten wij de strijd opgeven. Meneer is overleden.
Hij is 82 jaar geworden.

Wij proberen te achterhalen wat er gebeurd is.

De snorscooter kwam op de smalle boeren weg aanrijden met de laagstaande zon in zijn gezicht.
De tractor kwam recht op hem af, en dacht dat meneer wel zou stoppen om hem er langs te laten.
Meneer was echter een beetje doof dus heeft de tractor nooit gehoord, en door de laag staande zon heeft hij hem ook nooit gezien.

De tractor dacht ik ben groot en sterk dus meneer gaat wel aan de kant. Maar de snorscooter reed gewoon door.
Pas op het moment dat het te laat was om nog te remmen zag de snorscooter de tractor, en bedacht de tractor ook van dit gaat mis.

Een frontale aanrijding volgde, meneer werd van zijn snorscooter afgeworpen en belande in de boeren sloot. De boer heeft de tractor 50 meter verderop in een inham gezet en is naar het slachtoffer gegaan, hem uit de sloot gehaald en heeft 112 gebeld.

Al met al weer een zeer heftige casus. Wij hebben nadien nog even met de politie staan praten, ook voor hun is dit gelukkig geen dagelijks werk. En wat je ook mag vinden van de politie, ik ben toch echt wel blij dat ze er zijn. Zeker in dit soort casussen.




12/29/2012

een vroeg Oud & Nieuw

Tijdens ons werk op de ambulance maken we allemaal wel eens gekke, vreemde, lachwekkende, indrukwekkende en bijzondere zaken mee.

Gisteravond 27-12-2012 rond de klok van 22:00 viel het mij weer eens te beurt.
Ik mocht namelijk Oud en Nieuw vervoeren.


He he even zitten puf ik tegen mijn collega bij aankomst op de post. Het is een drukke avond en we rijden vrijwel constant patiënten naar het ziekenhuis om daar hun oud en nieuw door te brengen.

Wil je koffie vraagt mijn collega. Nee ik heb momenteel liever thee zeg ik hem.
Hij druk de waterkoker aan en precies op dat moment.
Piep, piep, piep. Alsof er een camera hangt in de keuken en de meldkamer zag dat we iets wilde gaan drinken.

Ik druk de pager uit kijk op mijn scherm en zie dat het om een A2 rit gaat. (A2= wel zo spoedig mogelijk maar zonder zwaailicht en sirene) Ik loop naar de ambulance en bekijk het computerscherm welke zich voorin in de ambulance bevind en lees hier:

Man, 99 jaar, woont zelfstandig, gevallen in de huiskamer, vermoedelijk een bekkenfractuur. Familie is aanwezig. Mag naar het ziekenhuis 35 kilometer verderop.

Mijn collega en ik kijken op de klok en constateren dat we deze man nog makkelijk voor het einde van onze dienst op de plaats van bestemming kunnen brengen.

Ik rij met gepaste spoed naar het huis van deze onfortuinlijke man.
Daar aangekomen begint de puzzel. Hoe gaan we deze man uit huis krijgen. Zoals bij veel mensen is de hal bij de voordeur volledig volgebouwd met kastjes, schoenen, kapstok, jassen en in dit geval ook wandelstokken en paraplu’s.

De brancard kan onmogelijk de draai maken om de woonkamer binnen te komen. Dan maar door de achterdeur. Mijn collega begint alvast met het zetten van een infuusnaald en het geven van een pijnstilling, en ik rij de ambulance naar de achterkant van het huis en loop met de brancard door het brand pad naar de achterdeur.

Na een korte verbouwing van de huiskamer hebben we alle tafels en stoelen aan de kant en kan de brancard eenvoudig naar binnen.

Mijn collega heeft ondertussen de man een infuusnaald en pijnstilling gegeven, en samen leggen wij meneer voorzichtig op de brancard.

We rijden de brancard door het brand pad naar de ambulance en voor meneer er erg in heeft ligt hij binnen.

Door de pijnstilling welke aan meneer is gegeven is meneer erg suf en heeft hij af en toe een momentje dat hij wat slecht ademt. Dit is geen enkel probleem, maar wel iets wat mijn collega in de gaten moet blijven houden om indien nodig op tijd een beetje te kunnen ondersteunen met ademen.

De familie geeft aan dat ze er met eigen auto achteraan komen en we vertrekken rustig rijdend richting het ziekenhuis.

Na een minuut of 10 rij ik al op de snelweg, het waait en regend erg hard, hierdoor schud de ambulance redelijk heen en weer. Dus om meneer zo min mogelijk pijn te laten lijden rij ik niet harden dan 110 kilometer per uur.

Het overige verkeer is gelukkig ook zo slim hun rijstijl aan te passen aan de weg en weersomstandigheden.
Op 1 auto na, die zie ik in mijn spiegel vanuit de verte al aan komen scheuren. Wat een maniak denk ik.

Wanneer deze wagen de ambulance nadert begint hij met zijn groot licht te seinen, hij zet zijn knipperlichten om en om aan en daarna zijn gevarenlichten.
Ik roep naar achteren dat er iets niet goed gaat in de auto voor ons.
De auto snijd de ambulance, ik roep naar achter dat mijn collega zich schrap moet zetten. Ik wijk uit naar de vluchtstrook maar de auto doet dit ook en trap dan vol op zijn rem

De adrenaline in mijn lichaam begint te stromen, met moeite kan ik een ongeval afwenden. Een ambulance is een heel stuk zwaarder dan een personenauto en heeft dus zeker met deze weersomstandigheden en een patiënt met pijn achterin een langere remweg nodig.

Ik zet mijn zwaailicht aan en met nog geen meter tussen de ambulance en de personenauto in komen wij tot stilstand. De man springt uit zijn auto en rent naar over de snelweg naar mijn deur.

Mijn collega kan niet bij de patiënt weg, dus ik roep naar achteren dat ik even ga kijken wat er aan de hand is.

Ik kijk in mijn spiegel en zie dat ik kan uitstappen. Ik open mijn deur, pak meneer aan zijn arm mee naar de vluchtstrook en hij begint paniekerig te schreeuwen: ‘’Het gaat niet goed, het gaat niet goed, het is een baby van een ander wij passen alleen maar op, het gaat niet goed.’’

Geagiteerd door de wijze waarop hij ons alle leven in gevaar heeft gebracht zeg ik bot: ‘’had dan ook een ambulance gebeld in plaats van zelf te gaan rijden.’’ (hiervoor trouwens mijn excuus aan meneer ook ik was geschrokken)

Ik trek de deur van de passagier open en zie hier een vrouw zitten. Ze propt de baby van amper 6 weken oud in mijn armen.
Ik zie een iets bleke baby, reageert suffig maar knippert met de ogen en ademt iets schrokkig.

Ik zeg tegen meneer die achter mij staat: ‘’loop maar even naar de zijkant van de ambulance en zeg maar tegen mijn collega dat ik denk dat het om een koortsstuipje gaat.’’

Een koortsstuip ziet er echt heel vreselijk uit, het kind lijkt op dat moment wel dood te gaan. Gelukkig valt dit over het algemeen wel mee.

Ik loop met de baby tegen mij aan gedrukt naar de ambulance en geeft de baby aan mijn collega. De vrouw is ondertussen ook uit gestapt en loopt achter mij aan de ambulance in.

Mijn collega bekijkt de baby maar gezien de (gevaarlijke) locatie waar wij staan en het verhaal van de vrouw overleggen mijn collega en ik om de rit met spoed door te zetten naar het ziekenhuis.

Ik geef de man die mij tot stoppen heeft gedwongen aan dat hij verder met gaan rijden omdat ik nu zo dicht op zijn wagen staat dat ik niet weg kan.
We stappen in de wagens en met het zwaailicht en sirene vervolgen wij onze weg.

Ik roep de meldkamer op en leg uit dat wij nu 2 patiënten aan boord hebben.
1 Oud en 1 Nieuw. 


12/04/2011

Alsof het werk soms nog niet zwaar genoeg is.


Alsof het werk soms nog niet zwaar genoeg is. 

Het is een regenachtige zomerdag, een zomer die in het teken stond van slecht weer en weinig zon.
We hebben een drukke dag achter de rug en over ongeveer 2 uur zit de dienst er weer op.

Onderweg naar de post krijgen wij een melding van de meldkamer. Meldkamer: Wagen 25, zijn jullie op luisteren? Wij: Ja hoor zegt u het maar. Meldkamer: we hebben voor jullie een A1rit (spoed rit) Een auto heeft een fietser aangereden met een klein kind achterop. De snelheid was erg hoog.

O, ik hoor nu via de melder dat het kind is overleden. Ik zal het adres in jullie systeem zetten. Wij: Onderweg.
En direct na het loslaten van de spreeksleutel, KUT! Met lood in mijn schoenen scheur ik naar het opgegeven adres, het is nog een aardig stukje rijden en het is middagspits. Toch ben ik binnen 5 minuten te plaatsen op de plek van het ongeval.

De politie is ook net aanwezig en neemt de bestuurder van de wagen mee. Wij verdelen ons over de slachtoffers. De pleeg gaat naar het kindje en ik bekommer mij over de moeder. De moeder heeft een flinke hoofdwond en minimaal een gebroken been als het niet meer is.

Luid huilend en krijsend om haar kindje ligt ze op straat. Door de klap is ze niet meer in staat geweest om op te staan en naar haar kindje te gaan. Het is een meisje van 2 jaar oud, Sanne is haar naam zegt de moeder. Ze vraagt of ik even wil gaan kijken. Ik leg haar uit dat mijn collega op dit moment bij haar dochter aanwezig is om te kijken hoe het met haar gaat.

Ik probeer oogcontact te krijgen met mijn collega, na korte tijd kijkt hij mij aan en steekt zijn duim omhoog. Het kindje leeft in elk geval dus nog. In de verte komt de 2e wagen al aanrijden. De pleeg draagt de zorg van de baby aan de 2e wagen over en komt naar mij toe. Dan hoor ik hem zeggen dat Sanne weinig mankeert, door de goede kwaliteit fietsstoel en het feit dat de wagen de fietsstoel niet heeft geraakt heeft ze alleen enkele schaafwonden op haar armpje. Maar voor de zekerheid neemt de 2e wagen haar toch mee om haar in het ziekenhuis te laten nakijken.

Op het gezicht van de moeder is de ongerustheid een heel stuk minder geworden, en eindelijk laat ze ons toe haar te helpen met haar verwondingen. We leggen haar been in de spalk en uit voorzorg leggen we haar op de plank en maken we haar vast met de spin zodat ze niet meer kan bewegen. Met gepaste spoed vertrekken we naar het ziekenhuis. Hier dragen we de moeder over aan de verpleegkundige en artsen van het traumateam.

Bij het vrij melden bij de meldkamer had ik wel even het gevoel dat ik de meldkamer centralist door de telefoon wou trekken, maar ik heb haar met zeer veel moeite gevraagd of ze het de volgende keer alleen bij de feiten wil houden en niet bij wat een omstander denkt dat de patiënten heeft.

De melding dat het kind was overleden gaf onderweg al zoveel onrust in de wagen, dat kan niet goed zijn voor een mens. Daar komt bij dat bij deze dienst alle andere wagens deze melding kunnen horen, dus ook de familieleden die toevallig mee rijden. Gelukkig viel het mee deze keer.

(dit verhaal is uit 2012, ondertussen is er al een grote sprong gemaakt in wat de meldkamer zegt en uitvraagt.)


 

12/03/2011

De vergissing van de dood.

De vergissing van de dood.

Het is een doordeweekse vroege morgen. Bijna aan het eind van mijn nachtdienst en we zijn net buiten in het vroege ochtendzonnetje gaan zitten als ineens de pager gaat.
Op het scherm staat alleen graag contact CPA.

Wij bellen naar de meldkamer en de centralist vertel: Luister mannen, een zeer vreemd onsamenhangend verhaal met veel paniek. Wat ik er uit heb kunnen opmaken is dat het gaat om een terminale dame (iemand die op sterven ligt) die is gevallen en ademt niet meer.
Er wordt niet gereanimeerd want mevrouw kan niet uit haar bed komen. Ook werd er iets gezegd over een nachtverpleegkundige maar hoe dat zit kreeg ik er al helemaal niet uit.

Jullie zijn 2e wagen. Oké Meldkamer, wij zijn onderweg. Het is al redelijk druk op de weg en het is aan de andere kant van de stad in een flat op de 4e etage, en pas na 8 minuten rijden komen wij hier ter plaatsen.

We vragen aan de eerste wagen per portofoon of ze nog iets nodig hebben.
Ja, is het antwoord. Zuurstof en de plank met spin. De plank met spin gebruiken we altijd bij ongevallen, niet bij reanimaties??? Maar goed als ze de plank willen zal hier wel een rede voor zijn dus we nemen alles mee naar boven.

Binnen gekomen bij het adres zien wij een vrouw van amper 50 in de gang liggen. Het is de nachtzuster van de terminale mevrouw. De collega’s zijn al druk bezig met de reanimatie, en aangezien deze dame reactie geeft op de reanimatie en medicatie zorg ik dat we haar straks beneden krijgen.

Meldkamer, mag ik met spoed een hoogwerker van de brandweer, en politie te plaatsen. De meldkamer reageert met onderweg. Enkele momenten later arriveert de brandweer en zetten ze de hoogwerker op.

De brancard wordt met de hoogwerker naar de 4e etage gebracht, en de brandweer zet alles klaar om straks zo spoedig mogelijk te kunnen vertrekken.

Ondertussen heeft de patiënt weer een klein beetje eigen hartslag en iets van ademhaling. We doen mevrouw een nek kraag om en leggen haar op de plank. Enkele momenten later tillen we haar op de plank naar buiten en leggen haar op de brancard. De brandweer tilt haar in de hoogwerker en binnen enkele momenten is mevrouw beneden.

We plaatsen de brancard op het onderstel en rijden haar de ambulance in. Mijn pleeg gaat mee met de eerste wagen. Nu de patiënt weg is en mijn pleeg ook is vertrokken kan ik nog even kijken of we wel alles uit het huis hebben meegenomen.

Ik neem ook even de tijd om met de terminale dame te praten.
Wat was er nou gebeurd?

De terminale dame kan niets meer zelfstandig en heeft 24uur per dag een zuster bij haar in huis wonen. Deze zorgt voor alles wat ze nodig heeft, en zal bij overlijden de familie waarschuwen.

Deze nachtzuster was in de vroege morgen naar het toilet gegaan, ze is hierbij onwel geworden en gevallen. Ze lag bij aankomst van de eerste wagen in het toilet met haar hoofd tegen de muur. Vandaar dat we haar hebben geplankt.
Geen enkel risico nemen, voor het zelfde geld viel ze flauw maar heeft ze door de val haar nek gebroken en is daardoor reanimatie behoeftig geworden.

Na mijn gesprek met de terminale vrouw doe ik een korte overdracht aan de politie en ga ik rustig naar beneden, De brandweer staat nog met de hoogwerker midden op de weg en blokkeert mijn wegrijden. dus alle tijd. Na enkele momenten kan ik gaan rijden richting het ziekenhuis.

In het ziekenhuis aangekomen wordt net besloten te stoppen met de reanimatie, mevrouw heeft geen enkele kans meer van overleven. De dood heeft zich vergist, en de verkeerde vrouw met zich mee genomen.


12/02/2011

Zwerf afval.

Zwerf afval. 

Het is een donkere nacht en ik ben net begonnen. Van mijn collega’s hoor ik al dat het enorm druk is. Er zal van slapen dus wel niet veel komen. 

Nu kom ik ook wel om te werken maar als je in je nachtdienst een uurtje je ogen dicht kan doen is dat toch wel erg lekker. 

Ik ben net klaar met het nakijken van de wagen en vul een emmer om de binnenkant even een sopje te geven. De emmer is nog maar half vol als de pieper gaat. A1 rit. Ik loop naar de wagen en kijk op het scherm. Ongeval op de snelweg. Motorrijder gevallen, net voor de oprit. Politie rijdt mee.

We rijden naar de opgegeven locatie, onderweg bespreken we de aan te rijden route. Als we op de normale manier rijden moeten we eerst de snelweg op 8 kilometer verderop draaien en dan weer terug rijden. We kunnen ook via de afrit de snelweg op rijden. Dat scheelt een heel stuk aan aanrijtijd. We melden de meldkamer dat we voor deze optie gaan en vragen of dit veilig gedaan kan worden.

De meldkamer geeft aan dat de politie hier al van uit was gegaan en de weg al veilig heeft gemaakt. (bedankt voor het doorgeven meldkamer frown-emoticon )

Met 10 minuten scheuren komen we aanrijden op de plek des onheil. De patiënt is een man van rond de 50, hij had wel een motorjas aan maar geen motorbroek, ook droeg hij geen motor handschoenen. De broek had hij wel bij zich en ligt ongeveer 10 meter bij hem vandaan.
Zijn motor ligt volledig in de puin tegen een vangrail aan gevouwen ongeveer 30 meter bij hem vandaan. Overal liggen brokstukken van de motor, maar ook zien we overal spuitbussen en flessen liggen.

Aangezien de motor geen koffers heeft en de hoeveelheid flessen en spuitbussen te veel is om achterop te binden is het niet aannemelijk dat deze man de flessen en spuitbussen zelf achterop had gebonden. We rijden om de motor heen en ik zet de wagen naast het slachtoffer.

De ambulance beschikt over sterke lampen aan de zijkant. Ik zet ze aan en nu zien we pas echt hoe de man er bij ligt.

Een vrouwelijke agent is begonnen de man zijn hoofd te stabiliseren. Er is een kwart van de voorkant van zijn helm weg geslagen. We stappen uit, trekken handschoenen aan en lopen op de man af.

De man ik volledig bij kennis, en we spreken hem aan. Hij weet niet wat er is gebeurt, hij was wezen darten en nu onderweg naar huis. Zijn snelheid wist hij ons ook niet te vertellen maar op deze snelweg mag je 120 en de man geeft aan dat hij wel een beetje van doorrijden houd.

De man geeft aan dat hij vooral pijn heeft aan zijn linker arm, rechter been en rechter hand. Overal rond de man zien we plasjes bloed liggen. We besluiten dat we deze man voor nader onderzoek snel in de ambulance willen hebben en naar het ziekenhuis willen.

Om de nekkraag om te doen knip ik de jas van de motorrijder open, bij zijn arm aangekomen snap ik direct waarom deze pijn doet.

Aan alle kanten steken scherpe stukken bot uit. En het bloed hevig. Van zijn schouder tot zijn hand is zijn arm kapot. Aan de andere kant zie ik dat er een groot gapend gat in zijn hand zit. Zijn broek laat ik nog even aan, hij beweegt zelfstandig zijn benen en voeten nog een beetje en aangezien het best koud is willen we hem niet te veel laten afkoelen.

De pleeg neemt het hoofd over en in een paar tellen lukt het ons nu om de nekkraag om te doen en we draaien de man met behulp van een speciale methode samen met hulp van de agenten snel op de wervelplank.

De arm van de man ligt nu helaas naast de wervelplank. De pleeg vraag of de agent het aan durft de arm te ondersteunen zodat ik er een spalk om kan doen. Zonder antwoord te geven of te aarzelen pakt de agent de arm vast.

!STOP!, roep ik haar na.

Maar het is al te laat. Zonder handschoenen pak ze de arm vast. Direct laat ze hem weer los, ze trekt een heel vies gezicht en een gatver de gatver de gatver is het gevolg.

Ik zat IN zijn arm schreeuwt ze het uit. Haar handen zitten onder het bloed. Tja, ik denk niet dat ze ooit nog een patiënt van een ongeval zonder handschoenen zal aanraken.

Haar collega trek snel handschoenen aan, en neemt haar rol over. Zelf probeert ze haar handen weer schoon te krijgen. De agent tilt de arm een stukje op en ik begin met het aanbrengen van de spalk.

Dan begint er ineens een bloedvat te sproeien Vol over mijn broek en schoenen heen. Ik laat niets merken maar kom wel tot een besluit: rood is niet mijn kleur.

Mijn kleding zit onder de rode vlekken. De pleeg pak snel zijn stuwband en trekt deze stevig aan op de arm boven de wond. Voor nu komt er even minder bloed uit de arm en ik maak de armspalk vast. De agent zit ook een beetje onder maar het meeste heb ik voor hem opgevangen met mijn kleding.

We leggen de man met de wervelplank en de armspalk op de brancard. Dan tapen we de arm vast zodat hij deze niet meer kan bewegen of hoeft te ondersteunen. De hele tijd is de man goed aanspreekbaar. We tillen de brancard omhoog en rollen de man in de wagen.

Eenmaal in de wagen komt het volgende probleem, er moet snel een infuusnaad in om het eventuele tekort aan vocht weer aan te vullen. Uiteindelijk krijgt de pleeg het voor elkaar een infuusnaald aan te brengen. Ik heb ondertussen een infuuszak open getrokken en we sluiten de man aan op het infuus.

De pleeg onderzoek ondertussen de benen. Deze hebben wonder boven wonder alleen enkele schaafwondjes.

Om de scherpe kanten van de pijn af te halen trek ik in overleg met de pleeg een pijnstillend middel op. De pleeg geeft hem de pijnstiller, maar het geeft hem maar weinig effect.

De deur gaat nog even open en een agent vraag aan de man of de flessen en spuitbussen van hem zijn, hij ontkent dit. De politie zal deze spullen voor nader onder onderzoek mee nemen en proberen te achterhalen van wie deze troep dan wel is.

Als je als motorrijder op een rechte snelweg ineens tot vallen komt heeft dit eigenlijk altijd een externe oorzaak. Daarmee bedoel ik, dat of je (voor)wiel blokkeert ineens of er heeft troep op de weg gelegen. Het is dus zeer aannemelijk dat de troep op de weg de oorzaak van zijn ongeval is.

We besluiten om richting het ziekenhuis te gaan, ik moet vanwege de ernstige bloeding wel een beetje doorrijden maar ook wel weer heel voorzichtig te zijn aangezien we hem toch wel verdenken van eventueel nek en rug letsel.

Gelukkig is het ziekenhuis niet erg ver van de plek des onheil. Als ik de patiënt uit de wagen haal ben ik blij dat ik nog niet klaar was met soppen, overal zit bloed. Nu dan eerst maar eens terug naar de post om aan te vullen en flink schoon te maken.

Het belooft een drukke nacht te worden.

12/01/2011

Gevaarlijk spel.

Gevaarlijk spel. LET OP DIT IS EEN HEFTIG VERHAAL MET KINDERLEED!!!!!!! 

Het is een mooie vrijdag middag, en het is gelukkig niet erg druk. Ik zit met een glas siroop samen met mijn collega op een buitenpost heerlijk van de zon te genieten.

Het voordeel van zo’n buitenpost is dat het er vaak redelijk rustig is. Het nadeel is dat de dichtstbijzijnde 2e wagen vaak 25 minuten rijden van je vandaan zit.

We praten wat over de dingen die ons opvallen en over het verschil bij de ambulancediensten in heel Nederland. Dan wordt ons gesprek ruw onderbroken. PIEP, piep, piep. We kijken op onze pager, A1 ongeval.

We zetten de stoelen opzij en stappen in de wagen. Op ons scherm zien wij staan: Kind 7 jaar, onder de bus gekomen. Is niet bij kennis ademt wel. Ligt niet meer onder de bus. 2e wagen is ook onderweg, Politie rijd, helikopter vliegt.
Indien brandweer gewenst is graag terugkoppeling geven.

Het ongeval is op slechts 3 minuten (hard) rijden van de post gebeurd.
We stoppen midden op de weg. Het betreft hier een N-weg waar de maximum snelheid 80 kilometer per uur is. Midden op de weg staat de buschauffeur naast het kind te zwaaien. Aan de kant van de weg staan nog 2 kinderen.

Wat die kinderen hier doen is ons nog onbekend, nu eerst eens kijken naar het slachtoffer. De bus staat 30 meter verderop, de passagiers zitten er nog in.

Gelukkig is de politie snel te plaatsen en verschaft ons een veilige werkomgeving. Het kind ligt nog op het asfalt hij zit volledig onder het bloed. Aan de lig houding te zien heeft hij het nodige gebroken. De meeste kleding is hem van het lijf gescheurd door het ongeval.

Het is een zeer akelig gezicht. Snel gaan we aan de slag, ik stabiliseer de nek en mijn pleeg begint met het onderzoek. De jongen heeft een vrije ademweg, hij ademt nog wel, maar zeer onregelmatig en oppervlakkig er zijn veel oppervlakkige verwondingen en het kind is niet bij kennis met verschillende grote van pupillen.

We willen snel weg maar wachten nog op hulp. Op deze wijze is vervoeren niet verstandig. De pleeg pakt alle fixatie spullen en brengt 2 infuusnaalden bij de jongen in.

De agenten hebben inmiddels onderzocht hoe dit ongeval heeft kunnen plaats vinden. De jongen was samen met zijn vriendjes de held aan het spelen.
De bedoeling was om op het moment dat er een auto aan kwam uit de bosjes welke langs de vangrail groeide naar de overkant te rennen. Het liefst zo dicht mogelijk voor de aankomen rijdende auto langs.
De buschauffeur heeft het kind te laat uit de bosjes zien komen en heeft onmogelijk op tijd kunnen remmen. Met dit ongeval als gevolg.

In de verte horen wij de helikopter de landing inzetten. We zijn nu ongeveer 10 minuten te plaatsen. In de verte horen wij nu ook een 2e ambulance aan komen. Gelukkig, we zijn nu niet lang meer alleen.

Dit soort casussen kan je simpelweg niet alleen tot een goed einde brengen.
De heli arts en de 2e wagen komen nagenoeg tegelijk bij ons aan. De pleeg geeft snel een update van zijn bevindingen en wat onze plan van aanpak is. We horen in de verte weer sirenes.

Er komen een aantal politiemotoren aan gescheurd. Samen met de bemanning van de 2e wagen geven wij de jongen een nekkraag en leggen wij hem op de plank. Om dit goed te kunnen doen draaien wij hem met 3 mensen op zijn zijkant. Op dit moment stopt de ademhaling. We draaien hem snel op de plank maar de ademhaling komt niet terug. Op de monitor zien wij dat hij gelukkig nog wel hartslag heeft.

De chauffeur van de 2e wagen heeft ondertussen snel de intubatie spullen gepakt. De pleeg neemt de hoofd/nek fixatie over aan de voorkant en de helikopterarts start snel de intubatie.

Gelukkig lukt de intubatie in 1 keer en kunnen wij deze jongen nu beademen. Zijn hartslag blijft gelukkig wel constant, ook houd de jongen een redelijk goede bloeddruk. We besluiten om zo snel mogelijk richting het ziekenhuis te gaan.

We maken de jongen vast aan de plank zodat hij niet meer kan bewegen, en erger letsel aan rug of nek voorkomen wordt. Dan leggen we hem op de brancard en schuiven we deze de wagen in.

De helikopter arts en de pleeg nemen achterin plaats. Aangezien er nu toch ook 3 politiemotoren aanwezig zijn overleg ik met mijn pleeg of begeleiding handig is. Het is dan wel vrijdag middag maar ik wil zo constant mogelijk blijven rijden.

Dit betekend dus zo min mogelijk remmen en optrekken om eventueel rug/nekletsel erger te maken. Ook krijg je door remmen een hogere hersendruk, en aangezien wij de jongen vermoeden van hersenletsel is dit niet wenselijk.
Mijn pleeg vind het een goed idee, en met 3 motoren voor mij die al het verkeer van zijstraten en rotondes tegen houden en vooruit gaan om een weg voor mij vrij te maken door een stukje file rijden wij op lage snelheid naar het ziekenhuis.

We rijden met opzet langzaam zodat ik indien het toch nodig moet zijn niet hard hoeft te remmen, en alle drempels, kuilen en gaten met lage snelheid kan nemen zodat er achterin geen ongecontroleerde bewegingen van het lichaam plaats vinden.

Aangekomen in het ziekenhuis staat daar de moeder van deze jongen.
We brengen de jongen eerst naar de trauma kamer, hier staat een heel team op hem te wachten. Na de overdracht tillen we hem met de plank op de behandeltafel. Samen met mijn pleeg gaan we naar de moeder.

Zij is ondertussen door een medewerker van het ziekenhuis naar een aparte kamer gebracht. We vertellen wat we aan troffen en wat we gedaan hebben.
We vertellen haar alleen de zaken die wij weten, niet de zaken die we vermoeden.

Dikke tranen rollen langs haar wangen.
We nemen even de tijd om met haar te praten, maar hoe moeilijk het ook is, we moeten echt weer verder.

We nemen afscheid van de moeder en lopen nog even kort langs te trauma kamer. De jongen ligt op de behandeltafel te vechten voor zijn leven. Ik hoop dat hij het red.

11/30/2011

Geluk is met de domme!!!

Recht op letsel.

Ik heb een middagdienst, het is erg warm en rustig. Na een tijdje heerlijk in de zon te hebben gezeten gaat de pieper.

Ik rij met een collega die net 1 jaar op de ambulance rijd. We staan op en lopen naar de wagen. In het scherm staat vermeld. Ongeval op de snelweg. Man met 130 kilometer per uur de afrit genomen en over de kop gevlogen, door gegleden en op de kop door de bosjes in een droog gevallen sloot terecht gekomen.
De trauma helikopter vloog per toeval net boven het ongeval en heeft de landing al ingezet.

Wij hebben een aanrijtijd van 10 minuten, bij aankomst heeft de helikopterbemanning meneer al onderzocht. Ik zie de wagen door de bosjes in de droog gevallen sloot liggen. Deze wagen is totaal verwoest.

De airbags hebben gewerkt, en de hele wagen is aan de binnenkant vernietigd. Bij aankomst komt de helikopterarts naar ons toe om te overleggen. De arts heeft niets kunnen vinden. Geen wervel letsel, geen inwendig letsel, geen tintelingen of uitval, niets van dat alles.

Hij geeft aan dat meneer wat hem betreft naar huis mag gaan. In overleg word er besproken dat wij meneer in de wagen nog even zijn bloeddruk nakijken. Meneer loopt zelf naar onze wagen stapt in en gaat zitten. Ik meet zijn bloeddruk, deze is normaal. Meneer mag van de collega weer opstaan en loopt naar de politie om te vragen meneer veilig thuis af te zetten.

Bij het opstaan geeft meneer toch vrij veel pijn in de rug aan, ik zie de man grauw worden en hij begint te zweten. De collega staat nog steeds bij de politie, maar ik vertrouw dit niet. Ik leg de wervelplank op de brancard en laat meneer hier op gaan liggen. Meteen geeft meneer aan dat de pijn minder wordt. Ik meld meneer dat ik even naar mijn collega loop.

De collega staat samen met de helikopterarts ondertussen 3 meter van de wagen te praten. Ik onderbreek het gesprek met de woorden, ik wil meneer toch vervoeren. Een beetje vreemd wordt ik aangekeken door de arts. Ja sorry maar meneer geeft ineens zeer veel pijn in de rug aan en ik vertrouw het niet.

 Alleen deze woorden zijn al genoeg om zowel de arts als de collega te doen besluiten meneer toch maar wel mee te nemen naar het ziekenhuis. Samen met mijn collega maken wij meneer vast op de wervelplank, en doen hem uit voorzorg een nekkraak. De helikopterbemanning neemt afscheid van ons en vertrekt weer.

Onderweg naar het ziekenhuis geeft meneer aan steeds meer pijn te krijgen. Mijn collega geeft hem een pijnstiller via het infuus. Dit lijkt goed te helpen. In het ziekenhuis aangekomen mag meneer direct door voor foto’s.

Op de foto’s is te zien dat meneer 2 lage rugwervels heeft gebroken. Toch maar goed dat we hem wel hebben mee genomen. Zo zie je maar, een trauma slachtoffer heeft gewoon recht op letsel.


Heerlijk hoor die najaarszon.

Het is 5 december, heerlijk weer en ik ben aan het werk. Het is een normale dag, niet echt veel tijd voor een boterham maar ook weer ni...